De 80-jarige Wilfried studeerde in Brussel regentaat Plastische Kunsten en was in de jaren 1960 leerkracht kunstgeschiedenis en Plastische Opvoeding in het secundair kunstonderwijs in de Londenstraat te Antwerpen en werd later actief lid in de programmatie van het cultuuraanbod in zijn gemeente.
Het bruisende en explosieve Antwerpen in de jaren 60 werd door Wilfried gretig geabsorbeerd; het was de tijd van de “Provo11 en “Flower Power11, van Ferre Grignard en Frank Zappa, van boeken over anarchisme, seksuele vrijheid, ecologie, magie en oosterse spiritualiteit. Wilfried absorbeerde al die invloeden en verrijkte daarmee zijn kijk op de wereld en paste het toe in zijn werk als kunstenaar.
Wilfried is kunstschilder, graficus, publicist, tekenaar, lay-outer. Hij is vooral bekend voor zijn grote allegorische doeken waarin hij de beeldtaal van Hieronymus Bosch en Pieter Brueghel gebruikt om de hedendaagse machthebbers in hun blootje te zetten.
Thema’s zijn o.a. het milieu, politiek, oorlog en vrede, deugd en ondeugd, thema’s waarmee hij de lokale en nationale gezagsdragers hekelt, waar cynisme hoogtij viert en waar geweld verwordt tot een burlesk spektakel
In de jaren 70 werd hij aangegrepen door de hippiebijbel “Steppenwolf1 van Herman Hesse, alsook door het schilderij 11 De tuin der Lusten11 van Jeroen Bosch vanwege zijn unieke laatmiddeleeuwse beeldtaal. In 1976 maakte hij een groot schilderij geïnspireerd op Hieronymus Bosch en diens surrealistische manier om mensen en dieren in een bevreemdende omgeving te associëren.
In 1984 had Wilfried een reeks tentoonstellingen onder de titel ErosThanatos en werd hij ontdekt door Herman Denkes, stichter van G58, en dé plaats van abstracte kunst in het Hessenhuis waar o.a. Vic Gentils, Walter Leblanc, Paul Van Hoeydonck en Jef Verheyen kunstenaars aan huis waren. Deze groep van Belgische Magiërs
neemt in 1988 deel aan de tentoonstelling Figuration Critique in het Grand Palais in Parijs.
In 1990 ontdekt Wilfried een nieuwe techniek met een grondlaag in acryl en één of meerdere bovenlagen in alkyd, een nieuwe soort sneldrogende olieverf wat leidde tot grote kleurenexpressies.
In de jaren tussen 1990 en 2002 pakt Wilfried uit met een “drieluiken-methode” die het hem mogelijk maakt om in de beperkte ruimte van zijn atelier monumentaler te gaan werken.
Vervolgens schakelt hij over op het schetsen met tekenpen in zakformaat, rechtstaand en rechtstreeks in inkt, in vervanging van zijn fotocamera wat een zeer snelle en scherpe waarneming vereist.
Hij ontdekt daarna een waaier aan mogelijkheden in het wassen met al dan niet verdunde bister (notenbeits) wat hem de mogelijkheid biedt om kleurnuances aan te brengen in de inktlijnen.
In 2005 wordt ondermeer het schilderij in cirkelvorm “Annus Horribilis”gemaakt, een verwijzing naar het bekende citaat van de Britse koningin Elisabeth, een werk met een aantal beelden zonder logisch verband maar vormelijk afgewogen en samengevoegd als de twaalf segmenten van één cirkel.
Tussen 2005 en 2012 werkt Wilfried aan een drieluik dat de naam “Triomf van de muze” krijgt, een monumentale en symbolische voorstelling waarin kunstenaars, cineasten, filosofen en grote meesters in aanbidding zijn voor de centrale figuren, vrouwen, voorgesteld als godinnen, symbool van het matriarchaat wat staat voor het geweldloze, het intuïtieve, het zachtaardige als de waarden voor de toekomst.
In de huidige tentoonstelling wordt dit werk centraal getoond. Wilfrieds meest recente creaties uit 2018-2019 zijn de “Hofdames”, een serie van twintig gewassen bistertekeningen. Wilfried is met zijn zéér specifiek werk uitzonderlijk in zijn genre. Dank aan Wilfried, zijn echtgenote Simone en zijn dochter Maya. Augustus 2022